Opinie

Bright column: The return of the Hybrids

Dat klinkt als de titel van een enge science fiction film. Maar onze overheid (die enige jaren geleden miljarden over de balk gooide met de subsidiëring van stekker-hybrides zoals de Mitsubishi PHEV) hoeft zich vooralsnog niet al te veel zorgen te maken over de hernieuwde belangstelling voor het fenomeen hybride. Integendeel. Het zou kunnen helpen bij het halen van de nogal ambitieuze klimaatdoelstellingen.

Nog even het collectieve geheugen opfrissen; zeven jaar geleden kon je als ondernemer welhaast gratis in een een stekker-hybride rijden, terwijl je de laadkabel liet onderstoffen in de garage. Je reed gewoon op benzine (1 op 8 door het hoge gewicht van de auto in kwestie…) en trok een lange neus naar degenen voor wie de buitenproportionele belastingvoordelen niet waren weggelegd. Gaandeweg zijn deze ‘incentives’ (terecht) teruggeschroefd en nu moet het voordeel dus alleen nog komen van de lagere CO2-heffing die voortvloeit uit het (ondanks een meer realistische WLTP-verbruiksmeting…) significant lagere gemiddelde brandstofverbruik. Het meest recente voorbeeld is de vernieuwde Fiat 500, die dankzij het feit dat het nu een zogeheten ‘milde hybride’ is, een mille of twee goedkoper is dan het oude model. Een milde hybride is simpelweg voorzien van een extra zware startmotor/generator die de motor een beetje assisteert bij het wegrijden en die energie terugwint bij remmen en uitrollen. Het wordt gecombineerd met een 48Volt-systeem en een extra opslag-accu. Toyota boekt successen door al decennialang consequent in te zetten op full-hybrid techniek. Ze hebben geen stekker, maar wèl een behoorlijk krachtige elektromotor die de benzinemotor bijstaat en die dankzij optimale regeneratie-strategie een flinke verlaging van het benzineverbruik bewerkstelligt. Daardoor zijn deze Toyota’s niet alleen op papier, maar ook in de praktijk zuinig en dus zowel aantrekkelijk qua aanschaf als in het gebruik. Dan zijn er nog de (dikke) stekkerhybriden zoals de hier onlangs besproken BMW X5. Door de extra aandrijftechniek en de flinke accu (waardoor je een behoorlijk aantal kilometers elektrisch kunt rijden) weegt die auto 400 kilo meer dan een vergelijkbare stekkerloze X5, maar is hij relatief goedkoop door het theoretische verbruik van 1 op 60. Bovendien geven dergelijke hybriden je welhaast dat lekker-dikke-diesel-gevoel, door het instant-koppel dat de krachtige elektromotor levert èn door de vrij grote actieradius. 

Dat er ineens weer een groot aanbod van hybriden in alle soorten en maten is, heeft uiteraard niks te maken met liefdadigheid van de diverse autofabrikanten, maar álles met het feit dat ze straffe boetes moeten betalen als ze met de hele modelreeks niet aan een strenge norm voor de gemiddelde CO2-uitstoot voldoen. Hybride-techniek helpt ze daarbij: een ‘quick fix’. Bovendien blijkt de hybride bij nader inzien tóch een heel goede tussenoplossing voor wie een volledig elektrische auto voorlopig geen serieuze (als het al geen lachwekkende…) optie is.